Opgaven en fondsen vanuit regeerakkoord Rutte IV
Het regeerakkoord 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst' bevat een groot aantal relevante ontwikkelingen voor de provincie Zuid-Holland. De toekomstplannen van het kabinet Rutte IV zijn ambitieus en niet in één regeerperiode te realiseren. Nederland moet op de schop. Dat herkennen we in Zuid-Holland. Een groot deel van de landelijke ambities tot 2030 zijn in Zuid-Holland te realiseren, zoals 25% van de nationale woningbouwopgave en 40% van de CO 2 -opgave. De ambities zijn niet los van elkaar te zien en moeten daarom programmatisch gerealiseerd worden. Het Rijk stelt hiervoor een aantal fondsen beschikbaar met forse middelen. De fondsen vormen de basis om de opgaven op integrale wijze aan te pakken. De provincie zet zich samen met regionale partners in om gericht middelen te verwerven uit deze fondsen om regionale opgaven te realiseren. Dat doen we door zelf mee te werken aan voorstellen, kennis in te brengen, processteun te bieden en te helpen bij de lobby.
Zuid-Holland bouwt bereikbaar en leefbaar voor iedereen
Zuid-Holland is de dichtstbevolkte provincie van Nederland. Binnen de beperkte ruimte die er is, staan we voor de opgave om minimaal 200.000 woningen te bouwen. Gelukkig zijn er al plannen voor zo’n 270.000 woningen. Dat is een groei van de voorraad met bijna 12%. We zetten in op woningbouw binnen het stedelijk gebied met onder andere 170.000 woningen op 13 locaties langs de Oude Lijn tussen Leiden en Dordrecht. Daar worden ook 80.000 nieuwe banen gecreëerd. Daarnaast worden ook woningen gerealiseerd in 2 aangewezen grote buitenstedelijke locaties, bij Valkenhorst (5.600 woningen) en Zuidplas (8.000 woningen) en op een aantal kleinere locaties.
Om de woningen en de economische hotspots te ontsluiten en verbinden is een goede infrastructuur noodzakelijk. Door natuurinclusief te bouwen en te investeren in groen in en om de stad dragen we ook bij aan meer biodiversiteit en klimaatadaptatie. Natuurlijk wordt er al volop gebouwd, circa 17.000 woningen per jaar. We willen echter meer en sneller. Maar de versnelling die wij als provincie willen inzetten, wordt geremd door onduidelijkheid op het gebied van stikstof, geluid, structurele financiering en sturingsinstrumenten.
Zuid-Holland zet in op vitale natuur en duurzame landbouw
Zuid-Holland heeft van alle provincies de minste natuur, terwijl de behoefte aan en druk op natuur in onze dichtbevolkte provincie juist extra groot is. We zetten dan ook in op de realisatie van vitale natuur, het completeren van het Natuur Netwerk Nederland , de bescherming van onze Natura 2000-gebieden, uitvoering van de Kader Richtlijn Water en verdere versterking van biodiversiteit, ook in de stad. Dit doen we samen met onze lokale en regionale partners. Bestaande natuur- en recreatiegebieden krijgen te weinig onderhoud. Er moet een plan komen om dit aan te pakken. Ook werken we aan vitale natuurinclusieve landbouw, met aandacht voor sluitende kringlopen, biodiversiteit en een lokaal voedselsysteem.
Via een gebiedsgerichte aanpak komen wij samen met partners tot maatregelen gericht op stikstofreductie, natuurverbetering, water, klimaat en biodiversiteit, waar het kan gecombineerd met recreatie. Deze maatregelen vormen de basis voor het Gebiedsplan Stikstof Zuid-Holland. Effectieve maatregelen moeten de natuur versterken en daarmee voldoende stikstof-ontwikkelruimte opleveren. Dat is wat ons betreft essentieel. Stikstof mag geen belemmering blijven voor maatschappelijke en economische ontwikkelingen zoals de energietransitie in de haven en industrie of de woningbouwopgave.
Zuid-Holland draagt bij aan schone energie & industrie
Zuid-Holland verzet veel werk als het gaat om het complexe CO 2 -vraagstuk en staat voor 40% van de nationale opgave. De industrie in onze provincie levert daaraan een grote bijdrage. Met de plannen voor de haven in Rotterdam en omgeving kunnen we potentieel ruim 70% van de totale CO 2 -opgave voor de industrie tot 2030 oplossen. De regio ontwikkelt zich tot groene waterstofhub voor Europa en maakt de omslag naar duurzame grondstoffen en brandstoffen. Met de verduurzaming van maritiem transport, walstroom en schone binnenvaart dragen we bij aan CO 2 - en stikstofreductie.
Met Regionale Energie Strategieën en gemeenten werken we aan de verduurzaming van de bebouwde omgeving. De ruim voorradige warmtebronnen (restwarmte, aardwarmte, aquathermie) zijn van groot belang voor de energievoorziening van onze dichtbevolkte provincie, waar 25% van alle Nederlanders woont. De economisch belangrijke glastuinbouwsector loopt met ontwikkeling van duurzame warmte voorop. Warmtenetten spelen bij de verduurzaming van de woningbouw een aanzienlijke rol. Ook groeit aandacht voor circulaire zon- en windenergie. Dit is een mooi startpunt waar vanuit we verder willen bouwen aan een nog duurzamere toekomst waarin we minder afhankelijk zijn van gasimport.
Zuid-Holland investeert in een duurzame en digitale economie
Zuid-Holland heeft innovatieve ondernemers, toonaangevende kennisinstellingen en grote topsectoren. De transitie naar een duurzame en digitale economie is in volle gang. De kennis die hier ontwikkeld wordt, draagt bij aan het huidige en toekomstige verdienvermogen van Nederland én aan oplossingen voor grote maatschappelijke opgaven. Een groot knelpunt is de arbeidsmarkt. Wij willen minstens 10.000 mensen van werk naar werk begeleiden en 55.000 werknemers en flexwerkers bijscholen. De productiviteit van werknemers neemt daardoor tot 15% toe.
Ook ruimte voor bedrijven is cruciaal, fysiek én milieutechnisch. Met de Groeiagenda zetten we in op een sterk mkb. Het samenhangend investeringspakket van de Groeiagenda levert maatschappelijke impact én een extra toename van 12% van het bnp op in 2030. Dat is dus een bedrag van € 24 mld.
Fondsen
Vanuit het Rijk zijn verschillende plekken waar financiering gevonden kan worden om de opgaven in onze provincie een impuls te geven. De provincie zet zich samen met regionale partners in om gericht middelen te verwerven uit deze fondsen om regionale opgaven te realiseren. Dat doen we door zelf mee te werken aan voorstellen, kennis in te brengen, processteun te bieden en te helpen bij de lobby.
Nationaal Groeifonds (NGF)
- Op vrijdag 15 april 2022 zijn de uitkomsten van de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds bekend gemaakt. er € 5 mld aan middelen wordt toegekend (waarvan € 3,7 mld voorwaardelijk). Daarnaast wordt er € 1,3 mld gereserveerd voor voorstellen die nog nadere uitwerking behoeven.
- De financiële middelen uit het Nationaal Groeifonds zijn toegekend voorstellen die zich richten op vernieuwing en verduurzaming van onze economie, zoals NXTGEN HIGTECH, Groenvermogen II, de LLO-katalysator en Zero Emissie Scheepvaart. Het Nationaal Groeifonds zal met forse, incidentele bijdragen investeren in innovatie en kennisontwikkeling, wat van belang is voor Zuid-Holland als motor van de Nederlandse economie.
- Aangezien partners uit Zuid-Holland bij het merendeel van de voorstellen betrokken zijn, zal als aan de nadere voorwaarden wordt voldaan veel van de, voorgenomen, investeringen landen in onze regio en bijdragen aan het realiseren van onze opgaven.
- Het kabinet is voornemens om voor de zomer bekend te maken wat het tijdpad van de derde investeringsronde is en hoe dit wordt vormgegeven. Daarbij wordt gestreefd naar het indienen van voorstellen voor de derde ronde in het eerste kwartaal van 2023.
Regiodeals
- De komende jaren investeert het kabinet in totaal € 900 mln extra in een nieuwe ronde Regiodeals. Huidig beeld is dat wordt gestreefd naar openstelling van de regelingen dit najaar (oktober/november). Er wordt door het Rijk nog nagedacht welke criteria voor de nieuwe Regio Deals zullen gelden.
- In de eerste drie tranches zijn dertig deals gesloten. Zes daarvan bevonden zich in Zuid-Holland. Bij de eerste tranche (projecten uit het Regeerakkoord Rutte III) zijn de Regio Deals Rotterdam-Zuid (€130 mln.) en ESTEC/Space Campus Noordwijk (€ 40 mln) toegekend. Bij de tweede tranche betrof het Den Haag Zuid-West (€ 7,5 mln) en Bodemdaling Groene Hart (€ 10 mln). De derde tranche betrof investeringen in de Drechtsteden-Gorinchem (€ 22,5 mln) en de Zuid-Hollandse Delta (€ 7,5 mln).
Klimaat- en transitiefonds
- De middelen uit het klimaat- en transitiefonds (totaal € 35 mld) worden verdeeld via grotere samenhangende programma’s en nationale subsidieregelingen.
- Recent heeft het kabinet aangegeven hoe de middelen ingezet worden voor het Nationaal Isolatieprogramma. De provincie is aangesloten op de Verduurzamingscoalitie die een rol speelt bij de uitvoering van het programma. Vanuit het Klimaatfonds wordt € 3,4 mld ingezet naast middelen uit de begroting van Rutte III (€ 150 mln voor energiearmoede en € 514 mln voor start isolatieprogramma). Behalve een extra inzet voor compensatie energierekening (€ 160 mln) vindt de besteding van de extra middelen pas vanaf 2024 plaats.
- Een tweede belangrijke brok” van €4 mld. uit het Klimaatfonds betreft middelen voor het Meerjarig Investeringsprogramma Klimaat en Energie (MIEK). Hiervoor zijn sleutelprojecten van nationaal belang benoemd met een duidelijke link met de Cluster Energie Strategie Rijnmond-Moerdijk.
- Voor opschaling van innovaties (voor energiedragers) die leiden tot forse CO2 -besparing is € 15 mld beschikbaar.
- Voor bindende afspraken met grote industriële CO2- uitstoters is € 3 mld beschikbaar. Dit is inclusief middelen voor CO 2 -reducerende innovatie bij het mkb. Ook is sprake van samenloop met infrastructuur en opschaling energiedragers.
- Naar verwachting kunnen departementen initiatieven voor het fonds aandragen in mei 2022; het is dus zaak om initiatieven gerelateerd aan het CES, de haven, walstroom, waterstof, warmtenetten en opschaling hier te doen landen.
Stikstoffonds inclusief Nationaal Landelijk Gebied (NLG)
- Voor het stikstoffonds (totaal € 25 mld) zal nog voor de zomer een Instellingswet in procedure worden gebracht, zodat de wet onderdeel is van de ontwerpbegroting Prinsjesdag 2023.
- Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wordt op dit moment nader uitgewerkt en in mei wordt de startnota over het NPLG verwacht. In het NPLG zullen de regionale doelen worden vastgelegd, maar ook de gebiedsprocessen en uitgangspunten die daarbij horen, evenals een samenhangende uitvoeringsstructuur. Dit vormt input voor de door provincies per 1 juli 2023 op te leveren gebiedsplannen.
- Ondertussen wordt op zeer korte termijn een uitvraag vanuit LNV aan de provincies als gebiedsautoriteit verwacht. Dit gaat om een inventarisatie van concrete projecten en voorstellen (ook vanuit de waterschappen, gemeenten en terrein beherende organisaties) om vooruitlopend op de gebiedsplannen al stappen te zetten. Dat gaat onder meer om de vraag of bepaalde ‘no regret’maatregelen, vooruitlopend op de gebiedsplannen, al uitgevoerd kunnen worden, perspectief geboden kan worden aan de landbouw daar waar dat kan en delen van de gebiedsprocessen naar voren gehaald of verbeterd kunnen worden. Het gaat om maatregelen die in 2022 of 2023 uitgevoerd kunnen worden.
Mobiliteitsfonds
- Gewerkt wordt aan de realisatie van de MoVe propositie waarvoor de middelen uit het Nationaal Groeifonds zijn overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds.
- Het Rijk wil dat mobiliteit en woningbouw gelijk optrekken en heeft voor de ontsluiting van nieuwe woningen € 7,5 mld gereserveerd, in te zetten op basis van afspraken met regio’s. Er wordt gewerkt aan een afwegingskader voor de besteding van de middelen (zo dienen projecten te voldoen aan wettelijke eisen van luchtkwaliteit, stikstof of veiligheid, gaat het om in hoeverre projecten bijdragen aan de woningbouwopgave, gevolgen voor water en bodem enzovoorts). Dit kader wordt binnenkort voorgelegd aan de regio’s, zodat toepassing najaar 2022 mogelijk is bij de toewijzing van de grotere woningbouwlocaties.
- Daarnaast wordt er gestreefd naar een eerste ronde besluiten deze zomer over meer kleinschalige versnellingsafspraken. Het gaat hierbij om bouwprojecten die al min of meer klaarliggen, maar waar voor de ontsluiting daarvan nog actie is vereist. Regio’s kunnen deze projecten aan I&W doorgeven. Gevraagd is dit zoveel mogelijk binnen de regio af te stemmen, voor een voortvarende uitvoering.
Deltafonds
- In de periode 2022-2035 heeft het Deltafonds een gemiddeld budget van € 1,4 mld per jaar.
- Voor kleinschalige lokale maatregelen gericht op meer infiltratie en waterberging zijn vanuit het fonds tot 2023 al beperkt middelen beschikbaar op basis van de bestaande Impulsregeling Klimaatadaptatie voor met name gemeenten; hierbij is sprake van 1/3e cofinanciering door het Rijk. Hiervan komt in de komende jaren ongeveer € 30 mln terecht bij Zuid-Hollandse gemeenten.
Onderzoeks- en wetenschapsfonds
Voor deze incidentele reservering van € 5 mld geldt dat deze wordt uitgerold zonder verdere informatie vooraf en vooral ingezet lijkt te worden om een deel van de OCW-activiteiten (OCW heeft een tekortbegroting) te bekostigen.