Coalitieakkoord (2022-2024)
In de budgettaire bijlage bij het coalitieakkoord is een aanvullende post opgenomen voor de, door het IPO gevraagde, compensatie voor de gederfde opcenten voor elektrische auto’s. De hoogte van deze post is het bedrag dat de Raad voor het openbaar Bestuur in april / mei 2020 heeft berekend voor de periode 2021-2024. Dit bedrag was vastgesteld op € 372 mln voor vier jaar. Deze compensatie wordt nu waarschijnlijk uitgekeerd in de jaren 2022, 2023 en 2024 voor jaarlijks € 124 mln (totaal dus € 372 mln).
Definitieve besluitvorming door het rijk zal pas plaatsvinden bij de Voorjaarsnota 2022 van het Rijk.
Indexering van MRB (2023 en verder)
Meer dan 50% van de inkomsten van de provincie komt uit de opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting. De opcenten motorrijtuigenbelasting worden geheven over het tarief van de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het tarief is een percentage van de gefixeerde hoofdsom (100%) zoals die in 1995 is vastgesteld.
Een eventuele opbrengststijging kan worden veroorzaakt door een stijging van het aantal auto’s en motoren in Zuid-Holland die motorrijtuigenbelasting moeten betalen of door een stijging van het tarief.
De gemiddelde opbrengststijging door de groei van het aantal auto’s kan worden beïnvloedt door rijksmaatregelen zoals de vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting van elektrische auto’s. De afgelopen jaren was de gemiddelde opbrengststijging door de groei van het wagenpark 1,9% . Het is onduidelijk of deze groei ook in de komende jaren wordt gerealiseerd. Het is vrijwel zeker dat de inflatie in de komende jaren de groei van de inkomsten van de opcenten door de verandering van het aantal voertuigen zal overtreffen.
De stijging van de opbrengst van de opcenten in de komende jaren wordt dus voor een belangrijk deel bepaald door de mate van indexatie van het tarief.
Betalen naar gebruik (Bng (2030))
In het coalitieakkoord 2021-2025 van Rutte IV is de invoering van ‘Betalen naar Gebruik’ (BnG) aangekondigd. In het coalitieakkoord staat hierover de volgende passage:
“Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. We introduceren in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en stellen in deze kabinetsperiode wetgeving vast. Basis voor het systeem is de motorrijtuigenbelasting, waarvan het tarief afhankelijk wordt gemaakt van het jaarlijks verreden aantal kilometers. De heffing is niet tijd- en plaatsgebonden […]. Dit betekent dat gebruikers van elektrische en fossiele auto’s beiden gaan meebetalen aan het weggebruik.”
De wetgeving daarvoor wordt in deze kabinetsperiode vastgesteld, dit betreft voornemens voor het rijksdeel van de motorrijtuigenbelasting. Voor het provinciedeel is dit nog niet duidelijk en dit maakt onderdeel uit van de discussie hoe provincies in de toekomst gefinancierd dienen te worden.
BnG kan ingezet worden als een beleidsinstrument of als een financieringselement of een combinatie van beide. In het geval van een beleidsinstrument, wordt er gestuurd op mobiliteitsdoelstellingen. In het geval van een financieringsinstrument, gaat het om het financieren van het rijk en zo mogelijk de provincies als opvolging van de huidige MRB. Er zijn een aantal mogelijke varianten voor de introductie van BnG, in het voorstel dat in het coalitieakkoord is opgenomen wordt uitgegaan van een vlaktaks (tarief per gereden km).