3.1 Effect Coronacrisis
Door de coronacrisis wordt er nog steeds minder gereisd. Voor alle vervoermogelijkheden geldt dat het aantal reizen is toegenomen in vergelijking tot 2020 maar dat het nog niet terug op het niveau van 2019 is. Bij alle modaliteiten zien we nog steeds dat het gebruik gelijkmatiger over de dag is verspreid waardoor de spitsdrukte is afgenomen. Het effect is echter minder sterk dan in 2020. Mensen kiezen momenteel vaker voor individuele vervoermiddelen zoals de fiets en de auto dan voor collectieve vervoermiddelen zoals het openbaar vervoer. Hoewel het aantal reizigers in het OV weer toeneemt, ligt dit nog steeds ver onder het niveau van 2019. Het gebruik van deelmobiliteit als deelfietsen, scooters en -auto’s is toegenomen. Deze patronen gelden voor zowel Rijks-, provinciale als regionale infrastructuur.
Na een dip in het goederenvervoer in 2020, is het goederenvervoer toegenomen in 2021. Mede ingegeven door de economische ontwikkelingen
De verwachting van het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) is dat de mobiliteit binnen enkele jaren weer op hetzelfde (groei)niveau zit als voor de coronacrisis. Het hersteltempo per modaliteit verschilt echter. Volgens het KiM zal het autogebruik in 2025 ruim boven dat van 2019 liggen maar het gebruik van het openbaar vervoer nog onder dat van 2019.
Voor de korte termijn betekent dit een opgave om het openbaar vervoer op peil (kwaliteit, kwantiteit, frequentie) te houden met lagere vervoersopbrengsten.
Voor de lange termijn betekent dit dat de opgaves en ambities uit het omgevingsbeleid ten aanzien van het openbaar vervoer hetzelfde blijven. Vooral omdat de verstedelijkingsambities van nieuwe woningen en arbeidsplaatsen eerder zullen toenemen dan afnemen. Hierbij is er extra aandacht voor het stimuleren van reizen per (elektrische) fiets en mogelijkheden om de mobiliteitsvraag op langere termijn beter te verdelen over de dagen door middel van thuiswerken. Hoewel dit niet voor alle sectoren geschikt is en de thuiswerkpotentie daarom per regio verschilt draagt het bij aan zowel de bereikbaarheids- als duurzaamheidsdoelen.