Home

Bijlagen

Bijlage Ontwikkelingen per assetgroep

Wegen
Het areaal binnen de assetgroep wegen bestaat uit 550 km hoofdrijbaan, 349 km fietspad en 132 km parallelweg met bijbehorende geleiderails, bewegwijzering, bebording en bebakening. Het areaal neemt de komende jaren toe met o.a. de Rijnlandroute.
Ondanks dat er op onderdelen besparingen ontstaan, zullen de doelstellingen voor CO 2 -reductie en circulariteit op termijn leiden tot hogere kosten. Met de komst van de Omgevingswet treedt ook SWUNG-2 (SamenWerken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid) in werking. Om binnen de geldende normen te blijven, zullen geluidsreducerende maatregelen en overlastbeperkende maatregelen moeten worden genomen. Verwacht wordt dat het aandeel geluidsreducerend asfalt op termijn zal toenemen. Dit type asfalt is duurder in aanleg en heeft een kortere levensduur, waardoor dit kostenverhogend zal werken.
De prijsstijging voor de CBS categorie ‘gesloten verharding’ ligt met 19,1% (CBS Statline 2015=100; toename van 118,2 naar 140,8) boven het GWW gemiddelde (11,6%).
Het onderhoud voor wegen is in transitie naar tienjarige integrale onderhoudscontracten. Dit betreft het dagelijks beheer en onderhoud, en  voor de verhardingen ook het planmatig onderhoud. De regio’s Oost en Zuid werken reeds volgens deze contracten. De regio’s Noord en West volgen. Het onderhoud vindt toestandsafhankelijk plaats. De aannemer stelt op basis van de conditie van het areaal een MeerJaren OnderhoudsProgrammering (MJOP) op, dat in samenspraak wordt vastgesteld.

Vaarwegen
De assetgroep vaarwegen bestaat uit 143 kilometer vaarweg, 274 kilometer oeverconstructie, 534 hectare waterbodem, 10 loswallen, 6.503 meerpalen en meerstoelen, 4.120 bolders en kaderingen en 877 vergunde ligplaatsen.
De Assetgroep vaarwegen beheert en onderhoudt de objecten risico gestuurd, toestandsafhankelijk en doelmatig. Met behulp van risico gestuurd onderhoud wordt er geprioriteerd in de programmering van de objecten. Hierdoor worden objecten met een groter risicogetal eerder geprogrammeerd voor vervanging dan een object met een lager risicogetal. Daarnaast is de vervanging van een object, zoals een oeverconstructie of meerpaal, afhankelijk van de toestand waarin het verkeert en niet afhankelijk van een traject gestuurde vervangingsopgave. Om onderhoudsarme en duurzame objecten voor de Asset vaarwegen te kunnen realiseren is het onderhoud gestandaardiseerd.
De assetgroep vaarwegen heeft te maken met enorme stijging van de staalprijzen (meer dan 100%).
De strategie om overal staal toe te passen, wordt daarom heroverwogen. In relatie hiermee wordt ook het uitgangspunt dat een damwand 100 jaar moet meegaan, heroverwogen.

Vaste Kunstwerken
De assetgroep vaste kunstwerken bestaat uit 281 vaste bruggen, 97 viaducten, 84 tunnels en onderdoorgangen, 210 duikerconstructies, 3784 duikerbuizen, 14 geluidsschermconstructies en 7 wegen op palen.
Het planmatig onderhoud aan vaste kunstwerken is in hoofdzaak gericht op het vervangen van de onderdelen met een beperkte levensduur (bijvoorbeeld voegrubbers) en het noodzakelijk geachte herstel van geconstateerde schades. De afweging van de noodzaak van schadeherstel vindt plaats met behulp van de CUR 117 (Inspectie en advies kunstwerken), de CUR 118 (Specialistische instandhoudingstechnieken – repareren van beton) en expert judgement. Op basis van prestaties, risico’s en kosten, wordt bepaald wat de meest effectieve maatregelen zijn voor herstel van de schade. Dit wordt  mede bepaald op basis van de verwachte verkeershinder. Naast het planmatig onderhoud aan de kunstwerken zijn er nog twee andere vormen van onderhoud: Het dagelijks onderhoud en het niet planbare onderhoud. Het dagelijks onderhoud bestaat uit zaken die repeterend terugkomen met een vrij hoge frequentie (2x per jaar of vaker). Dit onderhoud bestaat voornamelijk uit schoonhouden. Hiermee wordt niet alleen de  beeldkwaliteit op het gewenste niveau gehandhaafd, maar wordt ook het degradatieproces van onderdelen van een kunstwerk worden vertraagd. Voorbeelden hiervoor zijn het verwijderen van begroeiing en het reinigen van de voegen.
Het niet planbare onderhoud bestaat uit het herstellen van plotselinge schade aan een kunstwerk. Een voorbeeld hiervan is het herstel van leuningen en beton na een aanrijding of het herstel van uitspoeling na heftige regenval. Hiervoor is een Raam Overeenkomst Civiele Kunstwerken aanbesteed. De gecontracteerde onderhoudspartij herstelt snel en efficiënt de geconstateerde schadebeelden.

Beweegbare Kunstwerken
Deze assetgroep bestaat uit 65 beweegbare bruggen en 6 sluizen. Daarnaast worden een twintigtal beweegbare kunstwerken voor derden onderhouden, bijv. voor de provincie Utrecht (Merwedekanaal) en de gemeenten Delft, Leiden en Alphen aan den Rijn. De bruggen en sluizen zijn allemaal uniek qua omvang en techniek. Het dagelijks beheer en onderhoud bestaat uit planbaar onderhoud (zoals het smeren, inspecteren en testen) en het niet-planbare onderhoud (waaronder het afhandelen van storingen en storingsanalyse). 
Daarnaast wordt bij het planmatig onderhoud een object grootschalig aangepakt, bijvoorbeeld met het vernieuwen van de technische installatie of vervanging van het val (beweegbare deel van een brug). In een trajectstudie wordt bepaald welke zaken op basis van de technische staat vervangen dienen te worden. Ook wordt gekeken naar andere factoren zoals gewijzigd beleid en regelgeving en de Human Factors analyse (landelijke systematiek voor het in kaart brengen en verminderen van veiligheidsrisico’s rondom beweegbare bruggen, voor zowel de verkeersdeelnemers op de weg en het water als de bedienaren).
Voor het omgaan met het mogelijke einde van de technische levensduur van bruggen en sluizen wordt een aanpak uitgewerkt. Het bereiken van het einde van de levensduur kan betekenen dat een object vervangen moet worden. Het vervangen van een beweegbaar kunstwerk heeft grote financiële impact en kent een lange doorlooptijd. Op dit moment worden er voor de horizon van vijftien jaar geen vervangingen van bruggen of sluizen toegevoegd aan de programmering. Wel willen we gesteld staan als een deel van het areaal in de periode daarna het einde van de levensduur nadert. Het gaat dan om bruggen met een fundering op houten palen; de vraag is of die de te verwachten extra verkeersbelasting kunnen dragen. Hierbij is het van belang om voldoende kennis te hebben om de degradatie op lange termijn te voorspellen.
Daarnaast willen we in de NOK een eerste zeer grove raming geven van wat het vervangen van een deel van het areaal in de periode van 20-50 jaar financieel zou kunnen betekenen. Dit betreft een modelmatige berekening en gaat niet over het vervangen van specifieke bruggen. 
Zoals aangegeven zijn alle beweegbare kunstwerken uniek. In de vorige NOK werd gewerkt met een prijs voor een gemiddeld onderhoud van een gemiddeld kunstwerk. In de praktijk leidde dit ertoe dat de raming in de MJOP onvoldoende overeenkwam met de werkelijke benodigde budgetten voor het onderhoud van een specifiek kunstwerk. Het werken met een gemiddelde prijs voor een gemiddeld kunstwerk is effectief voor een gemiddelde budgetbehoefte over een langere looptijd (100 jaar). Deze methode werkt echter niet goed genoeg voor het presenteren van de ontwikkeling van de egalisatiereserve op de middellange termijn. Hiervoor is het nodig dat de raming van de kostprijs in het MJOP beter overeenkomt met het werkelijk benodigde budget per kunstwerk. Daarom wordt voor de volgende NOK/NBB een nieuwe systematiek gevolgd, waarbij voor de kostenraming voor ieder kunstwerk in de planning op basis van de omvang een prijs wordt bepaald.
Daarnaast worden voor de actualisering van de NOK de werkelijke kosten van al gerealiseerde projecten en de prognoses van lopende projecten gehanteerd. Ten opzichte van de vorige NOK worden daarmee de kostenstijgingen van diverse onderdelen meegenomen: de bouwkosten en ingenieursdiensten, VAT-kosten, Human Factors-maatregelen en maatregelen om een object op te waarderen en te kunnen voorzien van een CE-markering.  

Verkeersmanagementsystemen
Deze assetgroep omvat onder andere de openbare verlichting (o.a. 22.809 lichtmasten) en bijbehorende kabels, 2.705 portalen met verkeerslichten, 148 informatiepanelen, 131 Verkeersregelinstallaties, 273 camera’s, 26 bedientafels, 360 verkeerstellers en 116 walstroominstallaties en de ondersteunende systemen inclusief cybersecurity.
Alle assets worden periodiek geïnspecteerd. Het verschilt per asset met welke frequentie de inspecties worden uitgevoerd en wat er wordt geïnspecteerd. De beheerstrategie is dan ook per asset verschillend. Voor alle assets is een beheerstrategie opgesteld. Hierin staat beschreven hoe de assets worden beheerd, gebruikt, aangestuurd, hoe het onderhoud wordt uitgevoerd, wat de eisen zijn en welke contracten of overeenkomsten relevant zijn.

Groen
De asset groen omvat de bermen en sloten en de bijhorende beplanting langs de provinciale infrastructuur. Het gaat om bermen, bomen, beplanting, hagen, watergangen en faunavoorzieningen. Daarnaast valt het wegmeubilair zoals zitbanken, picknicktafels en afvalbakken dat zich daar bevindt ook onder de asset Groen.

De onderhoudsstrategie is met name gericht op veiligheid en biodiversiteit. Daarnaast spelen circulariteit en klimaatadaptatie een rol. De aannemers voor het Dagelijks Beheer en Onderhoud voeren het grootste deel van het werk uit. Met deze partijen wordt dan ook goed afgestemd ten aanzien van het monitoren van de ontwikkelingen en het eventueel bijsturen van de beheerstrategie. Belangrijke ontwikkelingen zijn het vergroten van de diversiteit van de bomen om de gevoeligheid voor ziekten te verminderen en het uitbreiden van de maatregelen om exoten (o.a. Japanse Duizendknoop) te bestrijden.

Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering bestaat uit een aantal grote componenten: huisvesting (steunpunten en bediencentrales), voer- en vaartuigen, inhuur voor de flexibele formatieschil, beleidsontwikkeling en informatiesystemen. De kosten voor huisvesting bestaan uit onderhoud aan de bestaande gebouwen, maar ook bijvoorbeeld waterschaps- en gemeentelijke belasting (zakelijke lasten) voor het provinciale areaal. Bij de steunpunten en bediencentrales worden een aantal bestaande gebouwen vervangen en overtollige steunpunten afgestoten. Voor een aantal steunpunten gebruiken we ruimte van Rijkswaterstaat. Vanwege ontwikkelingen binnen RWS kan het zijn dat ze de ruimte zelf nodig hebben en ons vragen te vertrekken. Dit zal leiden tot het opnieuw bekijken van de benodigde steunpunten.
Voor het vervoer over de weg zijn leasecontracten gesloten. Van het vervoer over de vaarweg wordt inmiddels één van de inspectievaartuigen elektrisch aangedreven. Onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn om ook de andere inspectievaartuigen CO 2 -neutraal te maken. Om het beheer en onderhoud  goed te kunnen uitvoeren zijn ondersteunende systemen nodig, bijvoorbeeld voor het verzamelen en ontsluiten van informatie over de technische staat van her areaal. Ook moet beleid worden ontwikkeld en moeten pieken in de onderhoudsopgave met een flexibele schil worden opgevangen. Ook deze kosten maken onderdeel uit van de post bedrijfsvoering.

Deze pagina is gebouwd op 07/20/2022 11:34:49 met de export van 07/20/2022 11:28:02