Home

Bijlagen

Ontwikkelingen

Hieronder gaan we nader in op de twee ontwikkelingen die nu in de prognose van de kosten zijn verwerkt:

Ontwikkeling kosten Voorbereiding, Administratie en Toezicht (VAT)
De kosten voor het onderhoud bestaan uit twee grote componenten. Directe kosten en indirecte kosten. De bouwkosten zijn directe kosten en bestaat uit facturen van de aannemers. De indirecte kosten bestaan uit VAT-kosten en de kosten voor projectmanagement. De VAT-kosten zijn de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht. Deze werkzaamheden worden vooral uitgevoerd door ingenieursbureaus. Bij het opstellen van de NOK  2020-2024 is het VAT-percentage uit eerdere NOK’s overgenomen en niet geëvalueerd. Uit de nu uitgevoerde evaluatie op basis van ervaringscijfers van afgeronde en nog lopende projecten blijkt dat de werkelijke VAT-kosten binnen de provinciale projecten hoger zijn dan waarmee wordt gerekend in de normkosten. Dit wordt onder andere bepaald door de complexiteit van de projectscope en de omgeving waarbinnen deze moet worden uitgevoerd. Dit betekent dat waar nu nog wordt gewerkt met een VAT-percentage van gemiddeld 16% voor planmatig onderhoud, in de volgende NOK/NBB het VAT-percentage aangepast wordt naar 20%. Ook het VAT-percentage op dagelijks beheer en onderhoud is met een vergelijkbaar percentage gestegen van 8% naar 11%.
In de tabel op de vorige pagina zijn de kosten voor arbeidscapaciteit (salarissen) nog afzonderlijk opgenomen. In de voorgaande NOK is de formatie van DBI, en de daarbij behorende salarislasten niet opgenomen en als een gegeven beschouwd. Een deel van de formatie van DBI wordt ingezet op reguliere jaarlijks terugkerende activiteiten, zoals objectbediening, gastheerschap op weg en water, calamiteitenmanagement en contractmanagement voor onderhoud aan bermen, gladheidsbestrijding en schoonhouden van het areaal. De tweede grote taak is het planmatig onderhoud. De hiervoor benodigde arbeidscapaciteit fluctueert mee met het onderhoudsprogramma. Hoewel pieken en dalen zo veel mogelijk worden voorkomen zullen deze nooit volledig kunnen worden weggenomen en zal een zekere flexibiliteit in de capaciteitsinzet noodzakelijk zijn. De arbeidscapaciteit die de afgelopen vier jaar op planmatig onderhoudsprojecten is ingezet, bedraagt ongeveer 14% van de kosten voor planmatig onderhoud. De totale VAT-kosten voor planmatig onderhoud komen hiermee op 34% (20% voor de inzet van onder andere ingenieursbureaus en 14% voor inzet eigen personeel). Gezien de complexiteit van de provinciale projecten is dit een realistisch percentage. In de NOK 2024-2038 zullen de salarislasten voor planmatig onderhoud wel integraal onderdeel uitmaken van de budgetbehoefte voor beheer en onderhoud.

Prijsontwikkeling
De stijging van de kosten van materialen, materieel, arbeid en energie treffen alle assetgroepen. De overal index voor de GWW sector liet over 2021 een prijsstijging zien van 11,6% (CBS Statline 2015=100; toename van 114 naar 127,2). Uitschieters daarin waren de ontwikkeling van de staalprijzen en de kosten voor energie.

Deze pagina is gebouwd op 07/20/2022 11:34:49 met de export van 07/20/2022 11:28:02