Home

Bijlagen

4.1.2 Adequaat aanbod openbaar vervoer

De provincie realiseert een adequaat aanbod van Openbaar Vervoer in het vervoergebied van de provincie Zuid-Holland. Openbaar vervoer moet snel, betrouwbaar en beschikbaar zijn en is daarmee een volwaardig alternatief.

In het bestuurlijk overleg MIRT van november 2020 is besloten ernaar te streven in 2021 een duidelijk beeld te krijgen over de benodigde investeringen voor het gehele subsidieproject HOV-net Zuid-Holland Noord en afspraken te maken over de inzet van het eventuele resterende budget binnen de regio.  Dit programma bestaat uit 3 projecten:

  • Spoorcorridor Leiden-Utrecht;
  • Spoorcorridor Alphen-Gouda;
  • HOV Leiden CS – Noordwijk.

Deze projecten dragen ook bij aan de verstedelijkingsambities in deze regio.

Het project Spoorcorridor Alphen – Gouda is afgerond waarbij er een krediet resteert van € 0,6 mln. Als gevolg van deze projectontwikkeling wordt voorgesteld om dit krediet toe te voegen aan de nieuwe strategische reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten.

De verwachting is dat de kosten voor de Spoorcorridor Leiden – Utrecht lager zullen zijn dan de nu beschikbare middelen in het PZI. Echter de hoogte van de vrijval is nog onzeker omdat het ontwerp nog verder moet worden uitgewerkt door ProRail (medio 2023). Tot die tijd kan er nog geen definitieve afspraak over het resterend projectkrediet worden gemaakt. Het is wel duidelijk dat de extra reservering, die nog in het PZI beschikbaar was binnen het Programma HOV-net Zuid-Holland Noord, niet nodig zal zijn voor dit project. Vanwege deze scopewijziging op het project is het voorstel om de € 32,7 mln ‘Beschikbaar voor Leiden – Utrecht’ te verlagen naar € 9 mln en € 23,7 mln toe te voegen aan de nieuwe strategische reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten. Dit compenseert voor een deel de € 58,5 mln (van de in totaal € 80 mln) die bij het Kaderbesluit 2022 voor HOV en knooppunten Schaalsprong Metropolitaan OV en Verstedelijking beschikbaar zijn gesteld vanuit de vrije middelen . De nog resterende Rijksbijdrage van € 7,3 mln zal moeten worden terugbetaald aan het Rijk en verdwijnt uit het PZI.

Voor het project HOV Leiden CS-Noordwijk zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over scopewijziging (fietsviaduct “Broekweg” over N206 bij Valkenhorst, aanleg parkzone naast busbaan N206 Duinvallei en een geluidsscherm Duinvallei) en de financiering daarvan. De extra kosten worden voor een groot deel gedekt door bijdrage van derden. Zo draagt de gemeente Katwijk totaal € 8,0 mln extra bij aan de busbaan en een door hen gewenste onderdoorgang bij het viaduct Oudebroekweg en draagt het Rijk € 0,5 mln extra bij. De provincie draagt in totaal € 3,7 mln extra bij. Voorgesteld wordt om deze bijdrage te dekken door inzet van € 0,5 mln vanuit de reservering voor het Actieplan Geluid 2018-2023 (geluidscherm), € 1,7 mln vanuit de reservering Beschikbaar voor Leiden Utrecht (bijdrage aan mobiliteitshub Valkenhorst) en € 1,5 mln vanuit nieuwe reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten.
Daarnaast is het projectkrediet sinds 2015 niet meer gecompenseerd voor prijsontwikkeling. Hierdoor is, op basis van een recente kostenraming, een tekort ontstaan van € 2,2 mln. Het voorstel is om deze projectontwikkeling te dekken vanuit de reservering voor compensatie prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2021. Tevens wordt de Rijksbijdrage over 2021 geïndexeerd waardoor € 0,6 mln wordt toegevoegd aan het projectkrediet.

Tot slot zal een onderdeel van het project worden uitgevoerd binnen het project Tjalmaweg (RijnlandRoute). Het betreft de busonderdoorgang bij de afrit Valkenburg West, die gecombineerd kan worden met werkzaamheden aan de Tjalmaweg. Voor deze projectontwikkeling wordt een investeringskrediet ter grootte van € 6,9 mln verschoven van het HOV project naar de Tjalmaweg (RijnlandRoute).

Tabel 3: Overzicht wijzigingen investeringen programma HOV-Net Zuid-Holland Noord

Project-nummer

 Projectomschrijving

Investeringskrediet

(bedragen x € 1 mln)

 Omschrijving

was

wordt

verschil

jaar activering

Adequaat Openbaar Vervoer

4

B261100

Spoorcorridor Alphen - Gouda

29,2

28,6

-0,6

2021

Project is afgerond, restantbudget kan vrijvallen naar reservering weerstandsvermogen PZI (prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten).

5a

Beschikbaar voor Leiden-Utrecht

32,7

9,0

-23,7

2025

Krediet valt voor € 23,7 mln vrij naar reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecte).

5b

Beschikbaar voor Leiden-Utrecht

9,0

1,7

-7,3

2025

Restant rijksbijdrage zal worden terugbetaald aan het Rijk en verdwijnt uit het PZI

6a

B262100

HOV Leiden CS - Noordwijk - N206 Duinvallei en HUB Valkenhorst

75,0

79,4

4,3

2025

Verhoging krediet voor diverse scopewijzigingen met dekking vanuit bijdrage derden (€ 9,1 mln), € 0,6 mln indexering Rijksbijdrage, € 0,5 mln reservering Actieplan Geluid en € 1,7 mln vanuit reservering beschikbaar voor Leiden - Utrecht. Het krediet neemt af met € 6,9 mln af omdat binnen het project N206 Tjalmaweg de bus onderdoorgang wordt gerealiseerd en het krediet daar naartoe wordt verplaatst.

6b

B262100

HOV Leiden CS - Noordwijk - N206 Duinvallei en HUB Valkenhorst

79,4

80,9

1,5

2025

zie 6a, dekking vanuit reservering  prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten

6c

B262100

HOV Leiden CS - Noordwijk - N206 Duinvallei en HUB Valkenhorst

80,9

83,1

2,2

2025

Op basis van nieuwe kostenraming is er een tekort van € 2,2 mln als gevolg van prijsontwikkeling t/m 2021. Dekking vanuit reservering voor prijsontwikkeling t/m 2021

6d

Stelpost 2020-11

Beschikbaar voor Leiden-Utrecht

1,7

0,0

-1,7

2025

Restant reservering wordt ingezet voor mobiliteitshub Vallkenhorst (zie 6a).

Het project Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) - Noordwijk – Schiphol speelt zich af in hetzelfde concessiegebied als het HOV-net Zuid-Holland Noord maar is daar geen onderdeel van. Dit project is eerder dan het HOV-net ontstaan en richt zich meer op de verbindingen tussen Zuid-Holland en Noord-Holland (specifiek Schiphol). De maatregelen voor de eerste fase zijn reeds in uitvoering. De maatregelen voor de tweede fase en specifiek de oeververbinding Lisse-Lisserbroek zijn in uitwerking. Hierbij zijn een aantal scopewijzigingen afgesproken met provincie Noord-Holland die gezamenlijk (50/50) worden gefinancierd. Dit betekent dat de Zuid-Hollandse bijdrage € 1,7 mln hoger uitvalt dan dat er nu aan krediet beschikbaar is. Voorgesteld wordt om deze extra bijdrage te dekken vanuit de reservering Buscorridors Algemeen . Hierbinnen zijn nog € 1,7 mln aan Rijksmiddelen (Actieprogramma Regionaal OV/AROV) beschikbaar voor deze corridor. Daarnaast is er door het niet compenseren van het krediet voor prijsontwikkeling een tekort ontstaan van € 0,7 mln t/m 2021. Voorgesteld wordt om deze projectontwikkeling te dekken vanuit de reservering voor compensatie prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2021.

Onderdeel van een adequaat OV aanbod is de actuele informatievoorziening naar reizigers op de halte; oftewel DRIS-displays, waarbij DRIS staat voor Dynamisch Reizigers Informatie Systeem . Bij het Kaderbesluit 2022 en apart uitvoeringsbesluit is € 10,6 mln aan investeringskrediet beschikbaar gesteld. Voor de uitvoering blijkt echter minder budget nodig te zijn dan hetgeen beschikbaar gesteld. Door deze projectontwikkeling wordt voorgesteld om € 1,7 mln van het krediet te laten vrijvallen en toe te voegen aan de strategische reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten.

Tot slot is op het projectkrediet Merwerdelingelijn € 3,8 mln restant welke nog beschikbaar werd gehouden voor mogelijke robuustheid verhogende maatregelen. Hiervoor zijn echter nog geen concrete maatregelen voorzien. Er loopt momenteel wel een studie hiernaar. Het is echter maar de vraag of kosteneffectieve maatregelen mogelijk zijn en of deze financieel haalbaar zijn. Gezien de onduidelijkheid hierover en de huidige prijsontwikkeling en tekorten op lopende projecten wordt voorgesteld om dit restantkrediet vooralsnog te laten vrijvallen en toe te voegen aan de strategische reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten.

Tabel 4: Overzicht wijzigingen overige investeringen Adequaat aanbod Openbaar Vervoer

Project-nummer

 Projectomschrijving

Investeringskrediet
(bedragen x € 1 mln)

 Omschrijving

was

wordt

verschil

jaar activering

Adequaat Openbaar Vervoer

7a

B200013C

Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) - Noordwijk - Schiphol, Maatregelen tweede fase oeververbinding Lisse-Liserbroek

9,9

11,6

1,7

2025

Verhoging bijdrage zoals bestuurlijk afgesproken met provincie Noord-Holland. De extra bijdrage van PZH wordt gedekt vanuit de nog beschikbare AROV gelden binnen Buscorridors algemeen (7c)

7b

B200013C

Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) - Noordwijk - Schiphol, Maatregelen tweede fase oeververbinding Lisse-Liserbroek

11,6

12,3

0,7

2025

Verhoging budget als gevolg van prijsontwikkeling t/m 2021 o.b.v. bestuurlijke afspraken. Dekking vanuit reservering voor prijsontwikkeling t/m 2021

7c

B20001

Ontwikkeling buscorridors: Algemeen

3,4

1,7

-1,7

2028

zie 7a

8

B200020

Vervangingsopgave DRIS-displays

10,6

8,9

-1,7

2023

Voor de uitvoering blijkt minder budget nodig dan beschikbaar is gesteld waardoor € 1,7 mln kan vrijvallen. Valt vrij naar reservering  prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten

9

B210071

MerwedeLinge Lijn

47,1

43,3

-3,8

2025

Project is afgerond, de huidige reservering voor toekomstige robuustheid verhogende maatregelen kan vrijvallen omdat hier nog geen nadere afspraken over zijn gemaakt. Toevoegen aan nieuwe reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten

De huidige concessie Zuid-Holland Noord die na een Europese aanbestedingsprocedure aan Arriva is gegund, eindigt op 10 december 2022. De opvolgende concessie zou in 2020 Europees worden aanbesteed, maar als gevolg van de Covid-19-pandemie was er op dat moment geen markt om aan te besteden en is besloten om de aanbesteding met twee jaar uit te stellen. De verlening van de nieuwe concessie die op 15 december 2024 ingaat is momenteel voorzien in het voorjaar van 2023. Voor de periode van 10 december 2022 tot en met 14 december 2024 is het voornemen een noodconcessie af te sluiten om zo de continuïteit van het Openbaar Vervoer te waarborgen.

Het belangrijk uitgangspunt bij de noodconcessie Zuid-Holland Noord is het zoveel mogelijk continueren van de huidige concessie, waarbij wordt ingezet op terugkrijgen van het aantal reizigers van voor de Covid-19-pandemie. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat de huidige exploitatiebijdrage plus jaarlijkse indexatie wordt gehandhaafd, zodat het openbaar vervoeraanbod niet negatief wordt beïnvloed door verminderde provinciale bijdrage. Gedeputeerde Staten streeft ernaar om de noodconcessie voor het zomerreces 2022 (8 juli 2022) vast te leggen. Voordat de noodconcessie vastgelegd kan worden is duidelijkheid nodig over het beschikbare budget. Op dit moment is er een tekort van ongeveer 9 mln euro tussen de huidige benodigde exploitatiebijdrage en het budget in de begroting om de exploitatiejaren 2023 en 2024 te kunnen dekken.
In het verleden werd op de begroting de exploitatiebijdrage voor de openbaar vervoer concessie(s) opgenomen zonder indexatie terwijl de concessies zelf wel geïndexeerd worden. De indexatie werd gedekt uit de BDU (Brede Doel Uitkering) die jaarlijks vanuit het Rijk werd geïndexeerd en later, na het opgaan van de BDU in het provinciefonds, uit de reserve mobiliteit (met incidentele middelen). Bij een OV-aanbesteding wordt voor een nieuwe concessie uitgegaan van de geïndexeerde exploitatiebijdrage. Hierdoor blijven de financiën voor OV gelijk en wordt de winnende inschrijving bepaald op basis van kwaliteit van het aanbod. Voor nieuwe concessies, hieronder valt ook de noodconcessie Zuid-Holland Noord, ontbreekt een deel van de dekking op onze begroting door boven beschreven mechanisme. In 2012 was de exploitatiebijdrage 29,2 mln euro (prijspeil 2012). In 2021 was de exploitatiebijdrage door prijsontwikkeling gegroeid naar 33,7 mln euro (prijspeil 2021). Het jaarlijkse verschil is 4,5 mln euro.

Voorgesteld wordt om voor de noodconcessie 2023 en 2024 dit exploitatiebijdrageverschil te dekken vanuit de reserve mobiliteit. In de reserve mobiliteit zijn nog incidentele middelen beschikbaar voor prijsontwikkeling om dit te kunnen dekken. De dekking voor de indexatie van de noodconcessie voor de jaren 2023 en 2024 zal moeten komen vanuit de stelpost prijsindexatie zoals bij de Begroting 2022 is afgesproken.

Deze pagina is gebouwd op 07/20/2022 11:34:49 met de export van 07/20/2022 11:28:02