Beleidsdoel 4-1 Innovatie: richting duurzaam en digitaal
Hoofdlijnen van de beleidsuitvoering
Alle negen economische top sectoren zijn in Zuid-Holland aanwezig. In Rotterdam bevindt zich het grootste Haven Industrieel Complex van Europa. Zuid-Holland is met het zeer prominente glastuinbouwcluster een wereldspeler in de voedselketen. Als spelers van essentieel belang voor de economie van Nederland en van de regio moeten zij zich vernieuwen en aanpassen als gevolg van energietransitie en digitalisering. Het vermogen om snel op deze ontwikkelingen in te spelen is bepalend voor onze concurrentiekracht. Innovatie, in het algemeen maar met name op deze gebieden, is essentieel. Zeker ook voor het mkb.
Wij stimuleren deze innovatie via subsidieregelingen, actieve rollen in regionale samenwerkingsverbanden en bijvoorbeeld het Startup in Residence programma. Efficiënt goederenvervoer en een optimaal functionerend logistiek systeem, zoals opgenomen in onze ambitie ’Bereikbaar Zuid-Holland’, is daarbij essentieel voor zowel de tuinbouw in de greenports als het Haven Industrieel Complex.
De inhoud van de beleidsuitvoering in het economische domein bestaat de komende jaren uit:
- innovatie in de regio aanjagen en geleiden via onder meer startups, het mkb en grote samenwerkende partijen op gebied van overheid, onderzoek en bedrijfsleven (Beleidsdoel 4-1);
- de regionale economische ‘infrastructuur’ beheren die de afgelopen periode is gebouwd. Bij dit onderwerp gaat het om alle activiteiten in het kader van campussen, fieldlabs, sectorgerichte innovatieprogramma’s en netwerken die in sectoren zijn ontstaan en versterkt (Beleidsdoel 4-1);
- regie voeren op werklocaties (Beleidsdoel 4-2);
- de Human Capital agenda vormgeven en uitvoeren (Beleidsdoel 4-2).
Genoemde taken zullen de komende collegeperioden vrijwel volledig gericht zijn op de transities in klimaat, energie, duurzaamheid, circulariteit en digitalisering. Er kan pas worden uitgevoerd als er wordt bijgedragen aan de transities waardoor ook de brede welvaart wordt gestimuleerd.
Toelichting op budgetfluctuaties in het beleidsdoel
Structureel provinciaal budget
Er is als structureel budget in totaal circa € 7 mln per jaar beschikbaar. Deze € 7 mln is bedoeld als vaste jaarsubsidie voor de InnovationQuarter-organisatie (2 mln), voor investeringen in bedrijventerreinen (€ 3,5 mln; momenteel duurzaamheid), voor een kleine post voor greenports en voor algemeen procesgeld economie. Dit zijn de enige structurele middelen voor het beleidsveld economie. Per jaar zal vanaf Najaarsnota 2022 de subsidie voor InnovationQuarter worden geïndexeerd.
Incidenteel provinciaal budget
Er is bij coalitievorming 2020-2023 incidenteel € 40 mln vrijgemaakt voor de invulling van het structurele beleid. De financiering stopt deels na deze vierjaarsperiode. Het gaat bijvoorbeeld om subsidieregelingen die innovatiekracht van de regio stimuleren zoals de Campusregeling en de provinciale cofinanciering van de Europese EFRO-regeling (opgeteld € 14 mln van de € 40 mln).
Ook in de periode vóór 2020-2023 is geïnvesteerd, in onder meer ruimtevaart in Noordwijk en Leiden (eenmalig € 15 mln); greenports (eenmalig € 10 mln), Life Science and Health (onder meer regeneratieve geneeskunde; € 7 mln), de ontwikkeling van fieldlabs (€ 5 mln) en het innovatieprogramma voor de maakindustrie (Smitzh; € 5 mln). Deze investeringen zullen hun kracht verliezen als ze worden stopgezet. Alleen al onderhoud en beheer hiervan zullen na 2023 dan geen plek hebben.
Om de fieldlab infrastructuur en van de huidige innovatieprogramma’s verder te ontwikkelen is geen provinciaal budget beschikbaar na 2021. Ze worden tot en met 2023 gefinancierd uit externe EFRO middelen. Mogelijk is dit ook na 2023 het geval. Dit is echter onzeker.
Op gebied van innovatiekracht van het mkb is voor de MIT-subsidieregeling vóór aanvang van huidig college € 30 mln vrij gemaakt; 4 jaren van elk € 7,5 mln, tot en met 2023. Het Rijk legt eveneens € 7,5 mln per jaar in voor deze regeling. Er zal zonder ingreep voor MIT opgeteld circa € 15 mln per jaar wegvallen vanaf 2024. Terwijl in de jaarlijkse openstelling door de mkb’ers vaak het drievoudige van dit bedrag wordt aangevraagd. Een gevorderd idee is de MIT-regeling na 2023 open te stellen onder restrictie van bijdrage aan transities of andere zaken uit het opgestelde prioriteitenkader (afwegingskader) voor het economisch domein.
Het onderwerp Human Capital (€ 2 mln per jaar toegewezen bij start huidig college), de middelen voor transities (circa € 2 mln per jaar) en versterking van de economische infrastructuur bijvoorbeeld via de RNIZ-subsidieregeling (€ 1,5 mln per jaar) hielden in principe na 2023 op, maar bij Begroting 2022 is hier gedeeltelijk aan tegemoet gekomen door € 5,3 mln per jaar vrij te maken voor de periode 2024-2027 (RNIZ € 1 mln, Human Capital € 1 mln, Breed mkb € 0.5mln , Digitalisering € 1 mln, Circulair Zuid-Holland € 1.5 mln, Innovatieteam € 0.3mln).
Er is bij Begroting 2022 daarnaast voor de regionale begeleiding van de Groeiagenda voor deze periode € 0,5 mln per jaar vrijgemaakt.
T
ot slot is er een algemene stelpost van 4 jaar à elk € 2 mln opgenomen die op grond van plannen nader wordt ingevuld (2024-2027). Dit is gefinancierd uit de verhoging van de motorrijtuigenbelasting die bij Begroting 2022 is doorgevoerd.
Bij Beleidsdoel 4-2 (vestigingsklimaat) zal er:
- Na 2023 onvoldoende budget zijn om de 600 bedrijventerreinen van Zuid-Holland periodiek een investeringsimpuls te geven, bijvoorbeeld op gebied van duurzaamheid of energiebesparing. Er is € 3 mln per jaar structureel aanwezig in de provinciale middelen maar er is voor lange tijd naar schatting minimaal € 10 mln per jaar nodig. Vanuit project Begroting in Evenwicht wordt de komende periode het bestuurlijke gesprek gevoerd over rolneming van de provincie op onder meer ruimtelijke opgaven (dit speelt bijvoorbeeld ook bij greenports) en financiering van deze opgaven. Provincie-ambities lijken duidelijker realiseerbaar indien er daarbij ook deels eigen financiële middelen ingezet kunnen worden.
- Na 2027 geen planvormingssubsidie voor de detailhandel beschikbaar zijn (nu € 2 mln voor de huidige coalitieperiode). Het betreft bijdragen aan bijvoorbeeld ‘bizzen’ (bedrijveninvesteringszones), versterking winkelstructuren en aanpak leegstand.
- Na 2027 ‘procesgeld werklocaties’ wegvallen. Dat betekent dat de mogelijkheid ontbreekt om koopstromenonderzoeken te doen, om behoefteramingen voor bedrijventerreinen en kantoren te laten opstellen, en om voor monitoring van detailhandel, kantoren en bedrijventerreinen noodzakelijke data te kunnen aanschaffen. Er is jaarlijks tussen € 0,8 en € 1 mln nodig.
Beide laatste posten kunnen tussen 2024 en 2027 worden gefinancierd uit de algemene stelpost van 4 jaar à € 2 mln die is gefinancierd uit de verhoging van de motorrijtuigenbelasting die bij Begroting 2022 is doorgevoerd.
Vanuit de EU is er in het kader van EFRO (Kansen voor West III, EU-periode 2021-2027) gemiddeld circa € 5 mln per jaar beschikbaar. De zeggenschap over de invulling daarvan ligt geheel bij de provincie, maar de gelden worden bewaard en geregistreerd bij de Management Autoriteit, gemeente Rotterdam. Het gemoeide bedrag is daarmee niet zichtbaar in de budget-tabellen van de provincie. Voor de komende coalitieperiode van 2024 tot en met 2027 is er € 20 mln beschikbaar. In de meest recente provinciale bestedingsstrategie is opgenomen dat deze middelen in eerste aanleg worden besteed aan fieldlabs, campussen en innovatieprogramma’s. De bijdrage aan de transitie naar een duurzame, digitale en inclusieve economie zal de komende periode hierbij het afwegingscriterium zijn.
Verwachting is dat er in de nabije of verdere toekomst naast EFRO extra externe middelen bij zullen komen. Er zijn echter veel onzekerheden en invulling loopt uit fase met onze eigen besluitvormingscyclus. We weten niet hoe groot de bedragen zullen zijn, op welk moment ze duidelijk worden, en welke randvoorwaarden er bij zullen horen. Bijvoorbeeld in het kader van het Europese herstelfonds, het Nationaal Groeifonds, het Just Transition Fund en de Recovery and Resilience Facility.
Voor provinciale cofinanciering van middelen van het Rijk en uit Europa (bijv. EFRO, Interreg) zijn geen structurele middelen beschikbaar. De afgelopen jaren is gefinancierd met incidentele middelen. Cofinanciering is bij bijvoorbeeld EFRO niet verplicht. Bij andere regelingen kan dat wel het geval zijn. Een mogelijkheid is dat er de komende jaren vaker gevraagd zal worden om cofinanciering omdat er meer externe fondsen beschikbaar komen. Door cofinanciering verkrijgt de provincie extra zeggenschap en flexibiliteit bij de toewijzing van middelen en worden meer gelden beschikbaar gemaakt voor innovatie in de regio.
In april 2021 is de eerste tranche toekenningen uit het Nationale Groeifonds bekend gemaakt. Voor Zuid-Holland gaat het om middelen voor onder andere regeneratieve geneeskunde, voor quantumtechnologie op gebied van digitalisering, voor investeringen in groene waterstof en voor Artificial Intelligence. Alleen al een goede geleiding en ‘matching’ van deze middelen aan projecten zal van ons als provincie inzet vragen. Daarnaast kan ons mogelijk worden gevraagd om inhoudelijke cofinanciering, al is de huidige inschatting dat dit niet of zeer beperkt zal plaats vinden.
Gezamenlijke regionale financiering van provinciethema’s
Er wordt momenteel inspanning gepleegd om meer gezamenlijke regionale financiering samen te stellen op thema’s die de provincie belangrijk vindt voor Zuid-Holland, maar tot nu toe voor het grootste deel zelf betaalde. Voorbeelden zijn de Human Capital Agenda en Accez (circulaire ontwikkeling via praktijkcases in de regio). Dit moet leiden tot minder druk op de provinciekas bij gelijkblijvend inspanningsniveau voor de regio.
Prioritaire onderwerpen
Prioritair thema: transities
Zowel op Europees als op nationaal niveau wordt volop ingezet op transities. Momenteel vertaalt zich dit bij onze provincie in Klimaat en Energie, Circulariteit en Digitalisering. Wij willen de transitie van de economie versnellen. Doelstelling is om alle taken binnen het economisch domein, dus zowel op gebied van werklocaties, op gebied van innovatie-activiteiten, op gebied van Human Capital als op gebied van beheer van de regionale economische infrastructuur, alléén uit te voeren als wordt bijgedragen aan de transities, rekening houdend met brede welvaart.
De huidige schaarste aan grondstoffen maakt circulariteit een nog grotere prioriteit. De actuele oorlog in de Oekraïne maakt dat nu ook extra zichtbaar en voelbaar. Om de transitie naar een Circulair Zuid-Holland te realiseren, gaan steeds meer provinciale ambities aan de slag met circulair. Hiermee wordt dit een regulier onderdeel van het werk en de middelen in de ambities. Daartoe wordt voor elke ambitie een agenda opgeleverd met de bijdrage die zij levert aan de transitie naar een circulaire maatschappij. Dit vindt plaats om het uiteindelijke doel - 50% circulair in 2030, 100% in 2050 – te bereiken.
Onder meer op grond van onze committering aan de afspraken uit het huidige Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord die elke 30 jaar of langer lopen, is er incidenteel maar wel voor lange termijn budget voor centrale geleiding en coördinatie nodig. Voor de periode 2024-2027 is al € 2,5 mln per jaar klaar gezet bij begroting 2022. De opbouw van de financieringsbehoefte van Ambitie 4 op deze gebieden is in onderzoek. Dit zal input zijn voor het nieuwe college 2024-2027. Momenteel wordt naast de transitiebudgetten zelf bij de beleidsprestatie Werklocaties circa € 3 mln per jaar besteed aan duurzaamheid en energiebesparing op bedrijventerreinen.
Prioritair thema: incidentele financiering uit provinciale middelen - instandhouding economische infrastructuur vanaf periode 2024-2027
De aanwezige budgetten voor het economisch domein (de afgelopen jaren € 40 mln per jaar of hoger) worden vrijwel geheel gefinancierd uit provinciale middelen. Ze lopen de komende jaren sterk terug omdat ze incidenteel gefinancierd zijn. Er is slechts € 7 mln aan structurele middelen aanwezig. Voor de periode 2024-2027 is daar vorig jaar circa € 9 mln per jaar aan toegevoegd. Vanaf 2028 resteert alleen de genoemde € 7 mln.
Gezien de aard van het economisch domein wordt gestreefd naar een gelaagde budgetopzet. De afgelopen jaren is gewerkt aan het opbouwen van de regionale economische infrastructuur. Het vervolgens in stand houden hiervan is noodzakelijk. Dit betekent dat er, anders dan in het verleden, vanaf nu sprake is van een structurele taak op dit vlak. Aanvullend hierop volgen activiteiten gefinancierd met een langjarig incidenteel budget.
Voor het in stand houden van de basis infrastructuur op economisch gebied is een absoluut minimum van € 18,5 mln nodig. Voor extra impulsen wordt hiermee geen ruimte gemaakt. Gezien de aard van de infrastructurele taken zou dit bedrag structureel beschikbaar moeten worden, afhankelijk van de bestuurlijke keuze om hier inderdaad de noodzakelijke middelen voor vrij te maken.
Dit minimum voor de basis infrastructuur bestaat uit:
- Eerder opgezette en nu te beheren netwerkstructuren (zoals in de Rotterdamse Haven en de Greenports);
- De aangelegde campus- en fieldlabstructuur (testlocaties in de regio voor innovaties);
- MKB-gerichte innovatieprogramma’s zoals Smitzh en Agritech, en ‘voucherregelingen’ voor het MKB;
Dit is uitgaand van de 9 of 10 topsectoren in de regio a gemiddeld € 1,5 mln in totaal € 15 mln.
Daarbij komt de jaarlijkse vaste subsidie aan de InnovationQuarter-organisatie (circa € 2,5 mln). En er is voor beleidsondersteuning op gebied van werklocaties, zoals koopstromenonderzoeken en inkoop van statistieken voor de bedrijventerreinen-, kantoren- en winkelcentramarkt, € 0,8 a € 1 mln per jaar nodig.
Taken met (langjarig) incidenteel karakter
Het huidige beeld van incidentele onderwerpen is:
- Centrale coördinatie en begeleiding transities Digitalisering, Circulair Zuid-Holland en Groeiagenda
De financieringsbehoefte 2024-2027 is momenteel in onderzoek. Dit zal input zijn bij de coalitie-onderhandelingen na de verkiezingen van maart 2023. Voor alle duidelijkheid melden wij hier erbij dat de inhoudelijke uitvoering van de transities moet plaatsvinden binnen de reguliere opgaven en ambities van de provincie.
- Innovatie via het MKB: de MIT-subsidieregeling
De financieringsvraag is momenteel in onderzoek. De provincie is voor deze post afhankelijk van het ministerie van EZK. Zolang het ministerie de regeling verlengt en er cofinanciering wordt vereist, is het vervolgens aan de provincie om hier wel of niet op in te gaan. Er loopt momenteel zowel een landelijke als een interne evaluatie van deze regeling. Dit zal input zijn bij de coalitie-onderhandelingen na de verkiezingen van maart 2023.
- MKB-deals: de subsidieregeling MKB-Deals Zuid-Holland wordt momenteel geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie wordt bij de Begroting 2023 voorgesteld of en hoe de subsidieregeling wordt gecontinueerd en het bijbehorend subsidieplafond wordt opgehoogd.
- Ruimtelijke economie: vanuit project Begroting in Evenwicht wordt de komende periode het bestuurlijke gesprek gevoerd over rolneming van de provincie op onder meer ruimtelijke opgaven. Dit speelt in het economisch domein voor met name bedrijventerreinen en greenports.
- Human Capital. Het lijkt er sterk op dat vanuit het Just Transition Fund een groot bedrag voor specifiek de regio Rijnmond beschikbaar komt.
Uiteraard zal bij deze vraagstukken ook in de volle breedte worden bekeken of financiering via externe middelen een mogelijkheid is.