Beleidsdoel 5-3 Leven met water
Hoofdlijnen van de beleidsuitvoering
De bestaande opgaven voor waterkwaliteit, grondwater, drinkwater, zwemwater, beschikbaarheid van water en waterveiligheid, worden al maar groter door klimaatverandering, economische groei en de toename van het aantal inwoners in de provincie. Keuzes op andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke inrichting, energie, landbouw en natuur hebben invloed op de mogelijkheid de doelen voor water te halen. Maar ook (nieuwe) bestuurlijke afspraken tussen de waterpartners in het Deltaprogramma en Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater beïnvloeden het provinciale waterbeleid. Dit alles heeft invloed op de hoeveelheid werk die moet worden verzet in de afstemming tussen de verschillende provinciale doelen, afstemming met de waterpartners en de beleidsontwikkeling en -implementatie.
De opgave waterkwaliteit blijft de komende jaren onverminderd urgent en vraagt een integrale inspanning en afstemming om de doelen die zijn overeengekomen in de KRW te halen in 2027. De ontwikkelingen en keuzes op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld energie, landbouw en natuur, zorgen voor een toename van werk voor het team grondwater. Ook inzet van de Omgevingsdiensten die VTH taken uitvoeren namens de provincie zal verder toenemen om de bestaande waterkwaliteit te behouden en om nieuwe verontreinigen te voorkomen. De beleidsdoelen voor drinkwater staan steeds meer onder druk door aanwezigheid van milieuvreemde stoffen, verkenningen in drinkwatergebieden naar bodemenergiesystemen en beperkte beschikbaarheid aan bestaande en nieuwe gebieden voor drinkwaterwinning. De beschikbaarheid van zoet (oppervlakte)water blijft een punt van zorg als gevolg van de klimaatverandering.
De invoering van de Omgevingswet betekent een uitbreiding van de provinciale taak van goedkeuring van projectbesluiten. Na de wateroverlast en overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 is een beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater ingesteld. De verwachting is dat de omgevingswaarden (normen) voor wateroverlast en regionale keringen zullen veranderen, waardoor de provincie samen met de waterschappen een proces moet starten om deze vast te leggen in de verordening.
Toelichting op budgetfluctuaties in het beleidsdoel
- Middelen in deze beleidsprestatie lopen vanwege de aflopende rijksmiddelen voor restveen na 2024 (€ 0,7 mln in 2022 naar € 0,4 mln in 2024).
- Gedurende deze collegeperiode is de provincie voorzitter van Rijn-West overleg. De hiermee gemoeide incidentele lasten en bijdragen van derden lopen af na 2023 (€ 0,4 mln)
- In deze collegeperiode zijn incidentele middelen toegekend voor Grevelingen (€ 0,3 mln). Deze inzet loopt af na deze collegeperiode.
- De structurele middelen (€ 2,5 mln) worden ingezet voor de wettelijke watertaken. De overige structurele middelen betreffen doorbelaste arbeidscapaciteit.
Prioritaire onderwerpen
Nationaal programma landelijk gebied (NPLG)
In het kader van het Nationale Programma Landelijk Gebied voortvloeiend uit het regeerakkoord moet op korte termijn en in relatief korte tijd veel werk verricht. Het NPLG gaat over vele inhoudelijke onderwerpen waaronder natuur, klimaat, water (Kaderrichtlijn Water), stikstof, landbouw.
Het Rijk en de provincies moeten nog nadere afspraken moeten maken over de beoogde rijksmiddelen vanuit het transitiefonds (NPLG) en middelen vanuit het stikstof- en het veenweidedossier. De verwachting is wel dat als de middelen vanuit het NPLG beschikbaar komen, zich nieuwe werkzaamheden en verzwaring van bestaande werkzaamheden gaan voordoen. Dit betekent dat voor deze fase ingeschat wordt dat er aanvullende arbeidscapaciteitsinzet nodig zal zijn. Het IPO heeft het Rijk verzocht om vooruitlopend op het NPLG per provincie een initiële bijdrage te leveren. Het Rijk en IPO zijn in gesprek over de uitwerking daarvan.
VTH taken voor grondwater, drinkwater en bodemenergiesystemen
Door een intensivering van het aantal vergunningaanvragen op grond van de waterwet, een verandering in de vergunningverlening voor drinkwater en een intensivering van het aantal vergunningen voor open bodem energiesystemen door energietransitie zijn wij geconfronteerd met toenemende VTH-taken bij de omgevingsdiensten. Ook stuurt water per 2021 de werkpakketten van de omgevingsdiensten aan op het gebied van VTH taken voor grondwater, drinkwater en bodemenergiesystemen. Uit de werkplannen van de omgevingsdiensten volgt daaruit navenant de financiering van de uren die de provincie moet dekken. De omvang van de werkpakketten bij provincie en omgevingsdiensten neemt verder toe doordat de politiek, drinkwaterbedrijven en waterschappen steeds grotere urgentie vragen om de bestaande, aanvullende en nieuwe gebieden voor drinkwaterwinning veilig te stellen. De provincie zal die zorgplicht voor drinkwater steeds prominenter in moeten vullen, daarvoor is nu geen formatie voorzien.
Het Nationaal Programma Landelijk Gebied zal een prominente rol van de provincie vragen bij de realisatie van een betere waterkwaliteit. Het betreft uitvoering van maatregelen die voortkomen uit de Europese KRW verplichtingen en maatregelen die voortkomen uit de ambitie ‘schoon water’ (bijvoorbeeld voorkomen en opvangen van plastic afval en microplastics in oppervlaktewater). Ook hangen hiermee intensievere VTH taken samen.
De verwachting is dat door de langere en hetere zomers de behoefte aan zwemwaterlocaties toeneemt, maar dat door die warme zomers ook de waterkwaliteit onder druk staat. Hiervoor zullen meer preventieve maatregelen nodig zijn en moet ook de waterkwaliteit tijdens de zwemperioden intensiever gemeten worden om ziektes te voorkomen. De aansturing (arbeidscapaciteit) en de financiering van deze (toegenomen) taken moeten door de provincie worden gedekt. Hierin is nu niet voorzien.