Beleidsdoel 4-3 Erfgoed, cultuur en toerisme
Hoofdlijnen van de beleidsuitvoering
Onder het beleidsdoel ‘Erfgoed, cultuur en toerisme’ valt een aantal wettelijke taken, te weten het provinciaal archeologische depot, bescherming van archeologie en werelderfgoed en uitvoering van onze provinciale taken voor ondersteuning van bibliotheken. Daarnaast zijn er bestuurlijke afspraken in IPO-verband met Rijk en VNG op het gebied van de restauratie van rijksmonumenten, ondersteuning van gemeenten op het gebied van monumentenzorg en instandhouding van een basisvoorziening voor cultuur, met name gericht op jongeren.
Om uitvoering te geven aan de bestuurlijke afspraken op het gebied van restauratie rijksmonumenten is in 2012 gestart met de uitvoering van Erfgoedlijnen in samenwerking met zo’n 300 externe partners. Deze netwerkende werkwijze sluit goed aan bij het gedachtengoed van het Europese Verdrag van Faro. Erfgoedlijnen worden door het Rijk genoemd als voorbeeld hiervan. Bovendien is de netwerkende werkwijze een vorm van participatie die de Omgevingswet (inwerkingtreding voorzien per 1 januari 2023) voorstaat.
In 2021 is de provinciale taak op het gebied van toerisme opgenomen in het Omgevingsbeleid. De doelstelling is dat in 2030 elke Zuid-Hollander profiteert van toerisme. Om dat te bereiken zullen toerisme en de maatregelen moeten bijdragen aan onze provinciale en maatschappelijke opgaven.
In deze collegeperiode is geïnvesteerd in herstel van de budgetten voor cultuurparticipatie. Na een periode van gelijkblijvende budgetten is er in 2019 gekozen voor een intensivering. Mede daardoor hebben de verbonden partijen de veerkracht getoond om ondanks de beperkingen tijdens de pandemie hun programma’s succesvol door te zetten. Met goede resultaten in de samenwerking met gemeenten, scholen en cultuurinstellingen. Dankzij het onderzoek van bureau DSP zetten we onze verbonden partijen extra in hun kracht om meer doelgroepen te bereiken die nu de weg naar cultuur niet of nauwelijks weten te vinden.
Toelichting op budgetfluctuaties in het beleidsdoel
Bij de Staten leeft de wens om het provinciale beleid op het gebied van erfgoed, cultuur en toerisme structureel voor de middellange tot lange termijn te financieren. Tot nu toe is dit beleid echter grotendeels incidenteel gefinancierd, zo ook in deze collegeperiode. Om het huidige beleid op het gebied van Erfgoed, Cultuur en Toerisme te behouden is jaarlijks € 22,5 mln nodig. Dit is gelijk aan het budget dat in 2022 is begroot voor de uitvoering van structurele taken, zoals de restauratie van rijksmonumenten, (groot) onderhoud van molens, erfgoedlijnen, archeologie, ondersteuning van de culturele infrastructuur via de boekjaarinstellingen en toerisme. Vanaf 2024 is er jaarlijks € 15,5 mln. begroot en vanaf 2028 daalt het begrote budget naar € 13,3 mln (provinciaal budget 10,8mln en rijksbudget 2,5 mln). Dit vanwege het wegvallen van de provinciale bijdrage aan middelen voor de restauratie van rijksmonumenten.
Het bedrag van € 13,3 mln. is dus structureel opgenomen in de begroting voor onze taken op het gebied van cultuur, erfgoed en toerisme. Het grootste gedeelte hiervan (€ 8,5 mln.) is bestemd voor de boekjaarsubsidies aan onze culturele instellingen, Erfgoedhuis en Probiblio. Daarnaast bestaat dit voor een deel (€ 2,5 mln). uit gedecentraliseerde rijksmiddelen voor de restauratie van rijksmonumenten. De resterende € 2,3 mln. is bestemd voor onder andere de huur van het archeologisch depot (€ 0.3 mln.), herbestemming van rijksmonumenten (€ 0,5), onderhoud van molens (€ 1,1 mln.), toerisme (€ 0,2 mln) en Unesco Werelderfgoed Limes (€ 0,18 mln).
Zonder aanpassing van dit bedrag naar het niveau van 2022 kunnen ambities, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Zuid-Holland, niet meer volledig gerealiseerd worden.
Prioritaire onderwerpen
Bij de prioritaire onderwerpen maken we onderscheid in de korte termijn (voor de Begroting 2023) en de middellange en lange termijn (vanaf 2024).
Korte termijn (Begroting 2023):
- Indexering middelen restauratie rijksmonumenten: In 2022 worden de bestuurlijke afspraken over de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten geactualiseerd. In IPO-verband is afgesproken daarbij ook de indexering van de gedecentraliseerde rijksmiddelen te verwerken in de provinciale begrotingen. Het gaat hier om een structurele verhoging van het budget voor de restauratie van rijksmonumenten van ongeveer € 0,3 mln. Ook de gedecentraliseerde rijksmiddelen voor het Provinciaal Steunpunt voor Monumenten en Archeologie worden geïndexeerd, waarmee de boekjaarsubsidie voor Erfgoedhuis structureel wordt verhoogd met ongeveer € 0,03 mln per jaar.
- Indexering boekjaarsubsidies culturele instellingen, Erfgoedhuis en Probiblio: in de afgelopen jaren zijn de boekjaarsubsidies voor de culturele instellingen en Erfgoedhuis geïndexeerd, wat gecontinueerd wordt met de Begroting 2023. Voor Probiblio is tot en met 2022 geen indexatie van de bijdrage toegepast, gezien de positieve financiële positie. In overleg met de provincie heeft Probiblio zich ingezet voor de afbouw van de egalisatiereserve. Dit was een voorwaarde om in aanmerking te komen voor indexering bij de Begroting 2023. Wij zullen in 2022 indexeringsbeleid vaststellen. Waarbij voor de boekjaarsubsidies van de culturele instellingen voortaan zal worden geïndexeerd om deze instellingen lange termijn zekerheid te bieden. Dit zal bij begroting 2023 ingaan.
- Zoals toegezegd aan uw Staten bij bespreking begroting 2022 willen wij de culturele instellingen, Erfgoedhuis en Probiblio voldoende ruimte geven om de terugval van de intensivering op deze boekjaarsubsidies op te kunnen vangen. Daarom zullen wij de intensivering op de boekjaarsubsidies niet alleen borgen in de begrotingen voor de jaren 2023 én 2024 maar doortrekken tot 2028
Middellange en lange termijn (na 2024)
Bij begroting 2022 heeft Provinciale Staten ook discussie gevoerd over de verdere structurele bijdrage aan cultuur. Er is meegegeven dat Provinciale Staten een voorkeur heeft om het cultuurprogramma op het huidige niveau te behouden. Gedeputeerde Staten heeft gekozen om deze ambitie te bekijken tot 2028 omdat hierna een afweging gemaakt moet worden ten opzichte van andere ambities, Mede in het licht van de onzekerheden zoals in deze kadernota benoemd zijn. Daartoe zal Gedeputeerde Staten bij begroting met een voorstel komen op onderstaande onderdelen;
- Erfgoedlijnen
- Toerisme
- Groot onderhoud molens
- Publieksbereik archeologie
- Cultuurhistorische landschappen en Erfgoeddeal
- Restauratie en herbestemming rijksmonumenten
Bij begroting 2023 zal ten behoeve van de continuïteit van de instellen in ieder geval tot 2028 het volgde per jaar geboekt worden;
- Intensivering Erfgoedhuis € 0,2 mln
- Een solide en laagdrempelige culturele infrastructuur voor met name kinderen en jongvolwassenen in Zuid-Holland incl. intensivering van de culturele instellingen € 1 mln.
Bij begrotingsbehandeling 2022 is reeds ingeboekt tot 2028 de provinciale middelen voor de restauratie van rijksmonumenten € 2 mln per jaar.
Kasritme subsidies onderhoud molens: in navolging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zal vanaf 2025 het budget voor onderhoud molens de realiteit van de subsidieaanvragen volgen in plaats van de nu gebruikelijke gelijke verdeling van het budget over de jaren. De huidige 6-jarige cyclus voor subsidies onderhoud molens loopt tot en met 2024. Vanaf 2025 zal het budget een grilliger verloop kennen met een piek in 2025 (jaar 1 van de cyclus). Op grond van de huidige systematiek, die gelijk loopt met de onderhoudssubsidies van het Rijk, is vooraf een goede inschatting te maken van de budgetten jaarlijks nodig zijn. Over het geheel van 6 jaar wijzigt het budget niet.
Cultuurparticipatie is primair een taak van gemeenten. Maar om de gemeenten bij hun taak te helpen, betalen wij mee aan de Basisvoorziening Cultuurparticipatie (bestaande uit Kunstgebouw, Jeugdtheaterhuis, Popunie en de Stichting Educatieve Orkest Projecten). De opdracht van de Staten in de Omgevingsvisie doelt op het waarborgen van de huidige basisvoorziening Cultuurparticipatie. De uitvoering hiervan bestaat uit continuering van de subsidie aan Kunstgebouw, Jeugdtheaterhuis, Popunie en Stichting Educatieve Orkest Projecten gericht op meer actieve en passieve deelname van kinderen en jongeren aan cultuur. Deze worden tot 2028 opgenomen in de begroting.