Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Hoofdlijnen van de beleidsuitvoering
Basis voor de beleidsontwikkeling binnen ambitie 7 vormen de beleidskeuzes vastgelegd in het provinciale omgevingsbeleid.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is er een verschuiving in taken en bevoegdheden, waarvan de impact (beleidsmatig en financieel) nu nog niet te overzien is.
Voor het VTH-beleid houdt deze verandering in dat naast de uitvoering van de wettelijke taken er ook ambities en nieuwe VTH-taken bij komen in energietransitie, circulaire economie, digitalisering (op het terrein van VTH) en de doorontwikkeling van de omgevingsdiensten.
Voor de bodemtaken zit de grootste wijziging in de overdracht van taken aan de gemeenten.
Deze collegeperiode zijn er extra middelen vrijgemaakt, na 2023 vallen deze middelen dus weg. Er moeten daarom opnieuw beleidskeuzes gemaakt worden.. Hier is in de meerjarenramingen vanaf 2024 nog geen rekening mee gehouden.
Toelichting op budgetfluctuaties in het beleidsdoel
Baten
In de specifieke baten is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid leges te heffen over vergunningaanvragen milieubelastende activiteiten onder de Omgevingswet. Het is op dit moment niet mogelijk een goede inschatting te maken van de mogelijke opbrengsten, omdat nog geen ervaring is opgedaan met het de systematiek van milieubelastende activiteiten.
Lasten
Een deel van het budget van Luchtkwaliteit wordt ingezet ter dekking van de nieuwe wettelijke taak SWUNG 2. De bijdrage vanuit dit budget is € 0,2 mln. Bij de Najaarsnota 2021 heeft PS ingestemd met deze bijdrage tot en met 2027. Vanaf 2028 vindt deze bijdrage niet plaats, wat een structurele piek in de lasten veroorzaakt.
De provincie ontvangt gedurende de periode 2021-2024 een doeluitkering uit het Provinciefonds van € 168.000 per jaar voor de lokale versterking omgevingsveiligheid. Doordat deze uitkering per 2025 vervalt, treedt een daling van de lasten op. De terugval in de lasten in 2032 komt doordat het bij de issuenota Voorjaarsnota 2022 toegekende jaarlijkse budget van € 0,1 mln voor externe veiligheid tot en met 2031 loopt. Het bedrag van totaal circa € 1 mln is afkomstig uit de restgelden van het landelijk programma ImpulsOmgevingsVeiligheid.
In de budgetten voor de bodem zit een dalende trend met een grote daling 2023. Elk jaar worden de budgetten voor de werkplannen Spoed en Nazorg geraamd in het lopende jaar. Daarnaast wordt maar één of twee jaar vooruit geraamd. Alleen concrete en zekere uitgaven komen in de begroting terecht. Alle bodembudgetten kennen een dekking vanuit de reserve Bodem, ondergrond en grondwater. Dit verklaart direct ook de dalingen in 2024 en 2026 doordat daar minder uit de reserve wordt onttrokken;
In 2032 is een daling zichtbaar doordat de budgetten voor Fonds Nazorg maximaal 10 jaar vooruit worden geraamd.
In 2023 is een daling bij Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving zichtbaar veroorzaakt doordat het budget rond het project AADV ophoudt. Vanaf 2023 zijn er geen middelen beschikbaar voor dit onderwerp.
Met het aflopen van de incidentele middelen uit het coalitieakkoord vallen de lasten na 2023 lager uit voor Zeer Zorgwekkende Stoffen en voor het programma Gezond en Veilig.
Prioritaire onderwerpen
Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Het bodemconvenant met afspraken rond bevoegdheden en financiering tussen Rijk en provincies is in 2020 afgelopen. Met de Omgevingswet gaat een nieuwe verdeling van taken en bevoegdheden in, waarbij ook de gemeenten bevoegd gezag worden. Om dit goed te regelen wordt er onderhandeld over nieuwe bestuurlijke en financiële afspraken. Voor 2021 is een tussenjaar afgesproken met een specifieke uitkering en is de doeluitkering voor saneringen eenmalig verlengd. In 2022 zou met ingang van de Omgevingswet een nieuwe bestuurlijk afsprakenkader in moeten gaan. Helaas is het na intensief overleg nog niet gelukt om afspraken te maken, eind 2021 bleken de verschillen nog te groot en is een time-out afgesproken. In 2022 gaan de gesprekken en onderhandelingen weer verder. Grootste punt in de onderhandelingen is de vergoeding voor apparaatskosten voor provincies en gemeenten.
Het feit dat er (naast apparaatskosten) ook op de andere onderdelen geen bestuurlijke afspraken zijn, is een risico in 2022 en verder. Immers: de spoedopgaven en buitenproportionele opgaven lopen gewoon door (daar is en blijft de provincie ongeacht de Omgevingswet bevoegd gezag). Er zijn (nog) geen afspraken voor een nieuw tussenjaar (ook gelet op feit dat de Omgevingswet opnieuw uitgesteld is). Dit geeft mogelijk financiële risico’s mocht het niet lukken tot bestuurlijke afspraken te komen. Voorlopig worden alle taken en bevoegdheden gewoon uitgevoerd, vooruitlopend op nieuwe financiële afspraken met het Rijk
Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV)
Bij begroting 2019 hebben Provinciale Staten € 6 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoering van programma Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) voor de deelrealisatie van motie 813, vergunningen digitaliseren. Programma AADV geeft een forse impuls aan de verdere ontwikkeling van de vergunningverlening gegeven. Zuid-Holland is hierin koploper. Met programma AADV zijn ook onomkeerbare stappen gezet in de vergunningverlening, waarbij inzicht is verkregen in wat nog meer mogelijk en nodig is.
Eind 2022 loopt het huidige programma AADV af. Daarmee is echter nog niet de gehele motie 813 uitgevoerd voor digitalisering van alle provinciale milieuvergunningen. Als eerste liggen er nog een aantal afrondende werkzaamheden (o.a. financiën, dossiervorming/archivering) voor programma AADV. Deze worden in het eerste kwartaal 2023 voorzien en de hiervoor benodigde middelen bedragen € 0,05 mln.
Binnen het programma AADV is de applicatie Digi-V® (systeem om vergunningendata digitaal vast te leggen en te ontsluiten) ontwikkeld en geïmplementeerd voor de Brzo-bedrijven. Digi-V® is een bedrijfskritische applicatie en daarom is er beheer en onderhoud nodig. In het behandelvoorstel motie 813 is meegegeven dat er na afronding van het programma financiële middelen en arbeidscapaciteit benodigd zijn voor het beheer en onderhoud van de IT-oplossing, die niet vanuit de bestaande budgetten en formatie gedekt kunnen worden. De incidentele kosten bedragen € 0,1 mln per jaar voor de jaarschijven 2023, 2024 en 2025. Als de provincie de enige gebruiker blijft, zal dit structureel zijn.
Digi-V® zal vanaf 2023 ook gebruikt worden door de andere Zuid-Hollandse omgevingsdiensten en daarmee ook voor alle andere provinciale milieuvergunningen. Digitalisering, consolidatie en opname van deze vergunningen in Digi-V® en de implementatie binnen de omgevingsdiensten maakt geen deel uit van programma AADV. Om deze noodzakelijke acties uit te kunnen voeren zijn middelen à € 0,7 mln in 2023 benodigd.
Implementatie en vervolg ontwikkeling (fase 2 AADV motie 813)
Met programma AADV is een forse impuls gegeven. Maar we zijn er nog niet. Inzicht is verkregen in wat nog meer nodig is voor Digi-V®. Daarmee is het noodzakelijk dat Zuid-Holland wat ontwikkeld is borgt en verder ontwikkelt de komende drie jaar. De benodigde middelen bedragen respectievelijke € 0,7 mln (2023), € 0,5 mln (2024) en € 0,3 mln (2025).
Door programma AADV zijn ook aansprekende resultaten behaald om de vergunningen robuuster te maken en de aanvragen te structureren. Deze acties leiden in potentie tot een efficiënter en effectiever proces van vergunningverlening. Hiervoor moeten de ingezette acties nog wel verder ontwikkeld te worden. De jaarlijks benodigde middelen voor deze verdereontwikkeling bedragen € 0,4 mln voor de jaarschijven 2023, 2024 en 2025.
De provincie geeft de uitvoering van deze Fase 2 vorm als opgave. waarvoor specifieke capaciteit gewenst is voor sturing, monitoring, communicatie en ondersteuning. De benodigde capaciteit bedraagt 1 fte voor de periode 2023 t/m 2025.
Omgevingsdiensten breed
Voor omgevingsdiensten is (vanaf 2023) geen vrije structurele ruimte om in te spelen op prijsontwikkelingen (indexatie).
Samenhangend beleidskader gezond en veilig met kennisontwikkeling en innovatie
In 2023 zal het huidige programma Gezond en Veilig aflopen. Op basis van de evaluatie worden keuzes gemaakt over het opname en uitbreiding van het beleidsthema Gezond en Veilig in het Omgevingsbeleid. In hoeverre de beleidsuitvoering vanaf 2024 (extra) structurele middelen zal vergen, is nog onbekend.